Mode 3 is een communicatieprotocol dat ervoor zorgt dat elektrische voertuigen veilig kunnen worden opgeladen. Er zijn verschillende factoren die bijzondere aandacht vereisen bij het opladen van een elektrisch voertuig:
- Een auto heeft geen eigen aarding, die moet worden gecontroleerd.
- Is de gebruikte kabel sterk genoeg (dikte) om de gevraagde stroom veilig te dragen?
- Met welk vermogen kan de auto worden opgeladen?
- Zowel de auto als het laadstation moeten worden beveiligd, zodat de auto niet kan wegrijden terwijl de kabel nog aangesloten is.
In België zijn alle openbare laadstations uitgerust met een Type 2 stopcontact met een Mode 3 controller. Tijdens elke laadsessie zal het laadpunt eerst controleren of de stekker van de kabel, zowel in het laadstation als in de auto, goed vastzit. Daarna controleert het of de capaciteit van de kabel voldoende is, wat wordt gedaan door de weerstandswaarden te meten die in de stekkers zijn ingebouwd. Vervolgens communiceert de controller met je auto om het maximale laadvermogen te bepalen. Tot slot worden de stekker in het laadstation en de auto vergrendeld om het laadproces te starten. De controller blijft tijdens het hele laadproces in communicatie met de auto. Bij ongewenste veranderingen wordt de stroomtoevoer onmiddellijk onderbroken. De veiligheidsmaatregelen om wegrijden tijdens het laden te voorkomen blijven actief. Dankzij dit Mode 3 protocol is het opladen van je elektrische voertuig extreem veilig.